(door een Ashrambewoner)
Tijdens het eerste jaar dat ik in de Ashram woonde, had ik de leiding over een grotere afdeling die ook de bibliotheek omvatte (toen gevestigd in de huidige Om Namah Shivaya of meditatieruimte). Zoals toen de regel was, betekende dit dat ik ook verantwoordelijk was voor het water geven van de planten rond dat gebouw. In die dagen, lang voordat Swamiji’s Samadhi-tempel er was, kwamen we ’s avonds in de puja-hal bijeen om goeroe puja (astotra) voor Swamiji’s foto en paduka’s uit te voeren. Dit werd dan gevolgd door bhajans en dan de avondlijke Amman abishekam onmiddellijk daarna. Elke avond kwamen er minstens vijf ashram toegewijden en ook enkele kinderen bij de bhajans en ze zongen prachtig, begeleid door een harmonium en tamboerijn. Het was een toegewijde en intieme sfeer en ik vond het altijd leuk om mee te doen.
Een kwartier voordat de bhajans zouden beginnen, naderde ik de bibliotheek, die min of meer tegenover de puja-zaal ligt, toen ik een overweldigend verlangen voelde om mee te zingen. Ik was nog gekleed in mijn kleren van het werk van die middag en voordat we naar een puja gaan, nemen we normaal een douche en trekken we schone kleren aan. Ik dacht dat ik misschien net genoeg tijd zou hebben om me naar mijn kamer te haasten en mezelf op te frissen. Maar toen ik de bibliotheek zag, herinnerde ik me ook mijn plicht om de planten die dag water te geven en ik vroeg me af wat ik moest doen: moest ik meezingen met de bhajans of de planten water geven? Als ik de planten water zou geven, zou ik niet alleen te laat zijn, maar ik zou ook heet en vies zijn en normaal zou ik niet zo gaan, maar ik wilde echt, echt gaan …
Beide waren goede activiteiten en omdat ik dacht dat ik beide niet kon doen, heb ik een tijdje nagedacht over wat de juiste beslissing zou zijn. Uiteindelijk besloot ik Swamiji te laten beslissen! Dat zou het beste zijn. Ik had het gevoel dat hij me waarschijnlijk zou adviseren om me bij de bhajans aan te sluiten, aangezien Swamiji graag ziet dat we deelnemen aan dergelijke spirituele activiteiten. Ik sloot mijn ogen en vroeg in gedachten: Swamiji, wat wil JIJ dat ik doe? Het antwoord dat bij mij opkwam was: geef de planten water! Ik was een beetje verrast, maar Swamiji vindt het ook leuk dat we onze taken uitvoeren. Ik vroeg me niet af waar het antwoord vandaan kwam, maar beschouwde het als Swamiji’s antwoord. Dus rende ik meteen naar de handpomp, pakte een kudam (een grote plastic pot) en begon water te pompen en heen en weer te rennen met de kudam totdat alle planten water hadden gekregen. Terwijl ik dit deed, werd ik plotseling overvallen door een zeer diepe toewijding voor Swamiji en mijn hart werd overspoeld door een zalige golf van dankbaarheid dat hij mijn spiritueel leraar was. Ik had het gevoel dat ik zweefde op deze golf van dankbaarheid en geluk!
Toen ik klaar was met het water geven van alle planten was het net voorbij de begintijd van de goeroe puja. Ik legde de kudam neer en keek op. Recht voor me hing aan een struik de meest perfecte, weelderige, donkerroze hibiscusbloem. Op dat moment wilde ik niets liever dan deze volmaakte bloem aan Swamiji’s voeten leggen als dank voor zijn bestaan en omdat hij mijn goeroe was. Ik stak mijn hand uit de bloem te plukken. Maar toen, met mijn hand al op de bloemstengel, pauzeerde ik. Wacht, dacht ik, op dit moment zal er al iemand bloemen aanbieden aan Swamiji’s voeten in naam van iedereen die daar in de puja-hal is verzameld… hoe kan ik dan naar binnen rennen en, midden in dit gemeenschappelijke ritueel, persoonlijk mijn eigen bloem aan zijn voeten gaan aanbieden? Onmogelijk! Het zou niet juist zijn, het zou zelfs egoïstisch en respectloos zijn. Ik liet de bloem met tegenzin aan de struik hangen, maar rende toch de puja-hal in. Mijn hart was al in aanbidding voor Swamiji en het zou goed voelen om de goeroe puja met toegewijde aanbidding te zien uitvoeren. Het tafereel dat ik aanschouwde toen ik binnenkwam was heel ongewoon!
Omdat de Amman abishekam direct na de goeroe puja werd uitgevoerd, voerde dezelfde persoon altijd beide uit. Ze zouden veel bloemen plukken en de meeste van hen zouden worden gebruikt voor de Amman abishekam, terwijl er 22 opzij zouden worden gezet voor de goeroe puja. Toen ik de puja-zaal binnenrende, zaten de toegewijden al voor Swamiji’s stoel met hun muziekinstrumenten in de aanslag. De tijd dat de goeroe puja had moeten beginnen wa reeds verstreken. De dame die de goeroe puja en Amman abishekam zou gaan uitvoeren, had alles voorbereid en toch stond ze daar nerveus vooraan en tuurde ze door de puja hal, langs de toegewijden die daar zaten, bij de ingang, alsof ze wanhopig op zoek was naar iets of iemand. Toen ik binnenkwam, riep ze me meteen toe alsof ik de persoon was op wie ze had gewacht: “Oh!! Wil je me alstublieft helpen? Ik heb geen bloemen voor de goeroe puja, het zou zo erg helpen als je ze zou kunnen plukken!” Ik keek naar het podium, waar alles klaar was voor de Amman abishekam. De schalen waren vol bloemen. Ik keek naar de groep toegewijden die klaarzaten voor de bhajans. Ze had geen van hen er naar gevraagd, of er zelf gaan plukken. Maar niets van dat alles leek in haar opgekomen. Ze had de start van de goeroe puja uitgesteld wegens ‘gebrek’ aan die 22 bloemen! Eerst was ik stomverbaasd… toen begon ik van binnen te lachen! Oh, Swamiji, ik dacht, als het nodig is, creëer je een manier, een soort magisch compromis, om iets te laten gebeuren ondanks dat het normaal gesproken onmogelijk is! Ik pakte de mand die ze me voorhield, rende naar buiten en liep recht op de hibiscusstruik af. De eerste bloem die ik met een opgetogen gevoel in de maand legde, was diegene die ik zo graag aan Swamiji wou offeren en die nu toch aan zijn voeten gelegd zou worden!!
Deze kleine maar diepgaande ervaring leerde me – niet alleen dat Swamiji en het spirituele leven vol humor zijn! – maar, belangrijker nog, dat als we oprecht zijn in onze communicatie met Swamiji of het Goddelijke, God of Swamiji dingen die onmogelijk lijken, kan en zal laten gebeuren. Indien nodig zal hij een wonderbaarlijke manier creëren waarop niets te zien is, en een die goed is en werkt voor alle betrokkenen. Dus ongeacht met welke moeilijkheid we ook worden geconfronteerd, we moeten nooit denken dat er iets is dat God of Swamiji niet kan doen. Hij is krachtiger dan we ons kunnen voorstellen, en de manieren en oplossingen die hij vindt, kunnen heel creatief zijn. Swamiji noemde zijn Samadhi lingam ‘Kurai Teerkum Shiva’ wat Tamil is voor ‘Shiva die problemen oplost’. Welk probleem het ook is, klein of ernstig, denk er dan niet aan hoe Swamiji het zou kunnen oplossen. Geef het gewoon aan hem en hij zal het doen, indien nodig op een onverwachte, onvoorstelbare creatieve manier.